Beleggen in je vennootschap of privé: wat is het slimste?

Beleg je het best met jouw vennootschap of privé?

Goed nieuws, je vennootschap heeft wat extra cash op de rekening! Of zoals je boekhouder het zou noemen: een liquiditeitsoverschot. Maar voor je die fles champagne opentrekt, is het slim om even na te denken over wat je met dat geld doet. Beleggen is een interessante optie, maar waar doe je dat het best? Laat je het in je vennootschap, of keer je het eerst uit en beleg je het privé? Wij zochten het voor je uit!


TL;DR:

Privé beleggen is in 99% van de gevallen de slimste optie. Je vermijdt dubbele belasting en haalt het hoogste rendement uit je winst. Keer je winsten eerst uit en beleg ze daarna privé, zoals in een accumulerende ETF.

✔ Ben je nog in de driejarige wachttijd voor VPPRbis? Dan is beleggen in je vennootschap nog altijd beter dan je geld te laten stilstaan. Kies in dat geval voor beleggingen met een kapitaalsgarantie en vermijd risico’s.

✔ Wil je geld binnen je vennootschap houden voor een latere overname of investering? Dan kan beleggen binnen de vennootschap wél interessant zijn. Kies in dat geval voor een DBI-BEVEK in plaats van een ETF om onnodige belastingen te vermijden.

Al goed en wel, dat beleggen, maar waarom eigenlijk?

Yes, winst in je vennootschap! Maar waarom zou je dat meteen gaan beleggen? Is het niet makkelijker om het gewoon te laten staan? Awel, nee.

Want dan brengt het niks op. Integendeel, door inflatie daalt het zelfs in waarde. Beleggen zorgt ervoor dat je geld niet blijft stilstaan en helpt je kapitaal op lange termijn groeien. Alleen maar voordelen dus. 

Hoe zit dat weer met die belastingen?

Voor we de vergelijking maken, is het handig om te snappen hoe beleggingen binnen een vennootschap belast worden. Kort samengevat: in de vennootschapsbelasting wordt álle winst belast. Dus niet alleen je gewone bedrijfswinst, maar ook de meerwaarde, dividenden en intresten die je uit beleggingen haalt.

De roerende voorheffing die je misschien al betaald hebt (bijvoorbeeld op uitgekeerde dividenden), kan je gelukkig meestal wel verrekenen met de vennootschapsbelasting. Maar het verlies op je beleggingen? Die minwaarden zijn in principe niet aftrekbaar. Ai.

KMO-vennootschappen: lager belastingtarief mogelijk

Goed om te weten: als je vennootschap een KMO-vennootschap is, kan je onder bepaalde voorwaarden genieten van een verlaagd belastingtarief van 20% op de eerste €100.000 winst. Maar let op: dit geldt niet voor elke vennootschap. Een van de voorwaarden is dat je vennootschap geen financiële vennootschap mag zijn.

Beleggen in je vennootschap of privé?

Oké, beleggen it is. Maar wat is nu slimmer: beleggen binnen je vennootschap, of eerst uitkeren en privé beleggen?  In de meeste gevallen is privé beleggen de beste keuze – tenzij je het geld écht nodig hebt in je vennootschap of je nog geen drie jaar actief bent en wacht op het VVPRbis-regime.

Waarom dat zo is? Dat leggen we je uit in deze blog. En om het je extra makkelijk te maken, ontwikkelden we ook een megahandige tool (al zeggen we het zelf) die het meteen voor je uitrekent. Zo hoef jij het niet te doen. Klaar om er samen in te duiken?

Eerst uitkeren, dan privé beleggen

Je kan ervoor kiezen om het geld eerst uit te keren en daarna privé te beleggen. Maar waarin beleg je dan? Een snel Google-rondje levert je meteen tientallen opties op. In dit voorbeeld kozen we voor accumulerende ETF’s (of trackers). In mensentaal: een beursgenoteerd fonds (Exchange Traded Fund) dat een volledige index volgt, zoals de Bel-20. Zo beleg je in meerdere bedrijven tegelijk en spreid je je risico. Het gevolg? Een mooie langetermijngroei.

 

Een voorbeeld

Stel, je hebt €10.000 winst (na belastingen) in je vennootschap. Val je onder het VVPRbis-regime, dan betaal je 15% roerende voorheffing bij de uitkering van dividenden. De overige €8.500 beleg je in een accumulerend ETF met een verwacht netto rendement van 5%:

  • Na 1 jaar: €8.925,00

  • Na 3 jaar: €9.839,81

  • Na 5 jaar: €10.848,39

  • Na 10 jaar: €13.845,60


Da’s een rendement van €3.845,60. Niet slecht, toch?

Eerst beleggen binnen je vennootschap, dan uitkeren

Je kan je geld ook meteen binnen je vennootschap beleggen en het pas daarna uitkeren. Dat kan handig zijn wanneer je het geld bijvoorbeeld voor lange tijd wil laten staan (denk aan 10 jaar). Maar of dat fiscaal de beste keuze is? Niet echt. Om het duidelijk te maken, kiezen we in dit voorbeeld voor dezelfde ETF’s met hetzelfde netto rendement. Kwestie van appels met appels te vergelijken (want die peren, daar zijn wij niet zo’n fan van). 

 

Een voorbeeld

Stel, je hebt €10.000 winst (na belastingen) in je vennootschap. Je belegt het volledige bedrag in accumulerende ETF’s met een verwacht netto rendement van 5%:

  • Bruto rendement na 10 jaar: €16.288,95

  • Na aftrek vennootschapsbelasting (20%): €14.802,44


Een rendement van €4.802,44, zou je denken. Maar wacht: onder het VVPRbis-regime betaal je bij het uitkeren nog eens 15% roerende voorheffing. Het rendement wordt dan €2.582,08. Een stuk minder interessant dan eerst uitkeren en dan privé beleggen, toch?

DBI-BEVEK: een slimmere fiscale optie

Gelukkig is er een fiscaal interessanter alternatief als je wil beleggen met je vennootschap: een DBI-BEVEK. Da’s een slim beleggingsfonds waarbij de winst vrijgesteld is van belastingen. Je betaalt enkel 5% meerwaardebelasting. En dat maakt een groot verschil.

 

Een voorbeeld

Stel, je belegt €10.000 in een DBI-BEVEK met een verwacht netto rendement van 5% (kwestie van opnieuw dezelfde appels te vergelijken):

  • Bruto rendement na 10 jaar: €16.288,95

  • Na aftrek vennootschapsbelasting (5%): €15.905,24


Na de 15% roerende voorheffing bij de uitkering hou je een rendement van €3.519,46 over. Dat komt al een pak dichter in de buurt van privé beleggen.

We zijn er bijna dus, maar nog niet helemaal. En dus kiezen wij hier bij die van de boekhouding liever voor privé beleggen.

 
 
privé beleggen of in vennootschap

Boekhouders will be boekhouders. Dus ja, we konden het niet laten om er een grafiek bij te zetten. Hier zie je de drie voorbeelden die we net bespraken, in beeld gebracht.

 

Is privé beleggen écht altijd de beste keuze?

Oké, er zijn altijd situaties waarin je beter binnen je vennootschap belegt. Maar die kunnen we op één hand tellen, of beter op twee vingers: 

✔ Je zit nog in de wachttijd voor VVPR-bis en kan nog niet aan het gunstige tarief uitkeren.

✔ Je wil het geld voor langere tijd in je vennootschap houden (minstens 10 jaar). Bijvoorbeeld voor een mogelijke overname of geplande investering in de toekomst.

Is dat laatste het geval? Kies dan best voor een DBI-BEVEK in plaats van een ETF. Zo vermijd je zware belastingen en houd je meer over. 

Wat als ik nog in de wachttijd voor VVPRbis zit? 

Zit je nog in de driejarige wachttijd, dan raden we je aan om te beleggen binnen de vennootschap. Anders kan je je geld net zo goed door ’t raam gooien (hallo, inflatie). In dit geval is het wel belangrijk om je risico’s zoveel mogelijk te beperken. Kies voor beleggingen met een kapitaalsgarantie, zoals termijnrekeningen (risicoloos) of obligaties (niet risicoloos), afhankelijk van je risicoprofiel.

Kan ik niet gewoon uitkeren aan 30% tijdens de wachttijd?

Misschien denk je nu: “Die 15% roerende voorheffing maakt niet uit, ik keer mijn winst gewoon uit aan 30% en haal dat verschil wel terug met privébeleggingen!’ Klinkt slim, toch? Awel, niet echt. Het rendement dat je nodig hebt om dat belastingverschil goed te maken, is véél hoger dan je denkt. Laten we ‘t even berekenen (oeps, boekhouders will be boekhouders, zeker?):

✔ Keer je je winst uit na 1 jaar, dan betaal je 30% roerende voorheffing én moet je een rendement van 7,24% per jaar behalen om dit te compenseren. 

✔ Wacht je twee jaar, dan loopt dat percentage zelfs op tot 15% per jaar

Ken je beleggingen die zo’n rendement garanderen zonder dat je er ‘s nachts van wakker ligt? Laat het ons weten, wij willen mee op die trein! Maar eerlijk? De kans is groot dat je puur aan ‘t gokken bent. En dat laten we liever aan de casino’s over (kaching!).

Daarom is het in de wachttijd slimmer om te beleggen in je vennootschap met kapitaalsgarantie, zoals een termijnrekening of obligaties. Zo groeit je geld zonder risico’s. Zodra je wél tegen 15% roerende voorheffing kan uitkeren, kan je dat bedrag uitkeren en beleggen in een fiscaal slimme optie, zoals een accumulerende ETF.

Tijdshorizon en risico

We moeten er in deze blog wel over waken dat we zelf geen typische denkfout maken. Want ETF’s vergelijken met de 15% roerende voorheffing over een periode van 2 jaar is eigenlijk een verkeerde vergelijking.

Waarom? Omdat ETF’s langetermijnbeleggingen zijn. Denk 10 jaar of langer.

Door die tijdshorizon te negeren, trekken we risicoprofielen scheef. Wat gebeurt er dan?

📈 Op lange termijn (10+ jaar) zijn ETF’s en aandelen een relatief veilige belegging. Statistisch gezien spreiden de risico’s zich uit en is de kans groot dat je een mooi rendement haalt.

🎲 Op korte termijn (1-3 jaar) is dat een compleet ander verhaal. De beurs kan alle kanten uit, en wat in 2 jaar tijd gebeurt, is grotendeels afhankelijk van factoren waar je géén controle over hebt. Op korte termijn is de beurs dus high risk en bijna een gok.

Garantie & korte termijn? Twee woorden die we persoonlijk niét zouden linken aan aandelenfondsen.

Conclusie

Wil je het fiscaal het meeste uit je winst halen? Keer dan eerst je winsten uit en beleg ze daarna privé. Da’s in 99% van de gevallen de slimste keuze om dubbele belasting te vermijden én je geld optimaal te laten groeien. Want ‘t groeit nu eenmaal niet aan de bomen, hé. Hoe je dat geld wil beleggen, hangt af van hoeveel risico je wil nemen en je persoonlijke voorkeuren.

Wil je ’t liever eerst eens met je eigen ogen zien? Snappen we! Met onze tool bereken je in 1-2-3 wat jouw rendement kan zijn. Privé én in je vennootschap. Zo hoef je niet te twijfelen (én heb je meteen bewijs dat we weten waarover we ‘t hebben).

Woordenschatlijst voor niet-boekhouders

Als ze bij die van de boekhouding enthousiast beginnen over termijnrekeningen en accumulerende ETF"‘s terwijl jij eigenlijk gewoon wil weten of je nu privé moet beleggen of met jouw vennootschap, dan is deze woordenlijst voor jou. 😉

  • Beleggen is je geld investeren met de bedoeling om op lange termijn meer rendement te halen dan bijvoorbeeld met een spaarrekening. Dit kan op verschillende manieren, zoals in aandelen, obligaties of ETF’s. Beleggen brengt risico’s met zich mee, maar kan je kapitaal ook laten groeien en beschermen tegen inflatie.

  • Een termijnrekening is een spaarrekening bij de bank waarbij je je geld voor een vaste periode vastzet in ruil voor een vaste rente. Hoe langer je je geld vastzet, hoe hoger de rente die je ontvangt. Het voordeel is dat je geen risico op koersschommelingen hebt, maar je kan tijdens de looptijd niet zomaar aan je geld.

  • Een obligatie is een lening die je verstrekt aan een overheid of bedrijf. In ruil daarvoor krijg je rente, ook wel couponrente genoemd, én krijg je je oorspronkelijke bedrag terug op een afgesproken datum. Obligaties zijn meestal veiliger dan aandelen, maar de mogelijke winst is ook kleiner. Let op: als het bedrijf failliet gaat, kan je je geld verliezen.

  • Een vennootschap wordt een financiële vennootschap genoemd wanneer ze vooral belegt in aandelen in plaats van een eigen activiteit te hebben. Dit is het geval als de waarde van de aandelen die je vennootschap bezit hoger is dan de helft van haar eigen kapitaal en reserves. En dat is met een managementvennootschap rapper het geval dan je zou denken.

  • Een ETF (Exchange Traded Fund) is een beursgenoteerd fonds dat een index zoals de Bel-20 volgt. Dit betekent dat je automatisch in meerdere bedrijven tegelijk investeert, waardoor je risico's spreidt. Een accumulerende ETF herbelegt automatisch alle winsten, zodat je geen roerende voorheffing betaalt op uitkeringen. Dit maakt ze fiscaal interessanter dan ETF’s die dividenden uitkeren.

  • Een DBI-bevek is een beleggingsfonds dat speciaal voordelig is voor vennootschappen. De winst die je ermee maakt, is vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Wel moet het fonds minstens 90% van zijn inkomsten uitkeren als dividend en beleggen in bedrijven die in hun eigen land correct belast worden.

  • VVPR-bis is een gunstregeling in België waarmee kleine vennootschappen onder bepaalde voorwaarden dividenden kunnen uitkeren aan een verlaagd tarief roerende voorheffing.

    Wat betekent VVPR-bis? De naam komt van: "Verlaagd Voorheffing, Précompte Réduit" (VVPR) = Verminderde roerende voorheffing en "Bis" = Tweede versie van een eerdere regeling

    Kort gezegd: vennootschappen die aan de voorwaarden voldoen, kunnen dividenden uitkeren aan een lagere roerende voorheffing dan het standaardtarief van 30%. Namelijk:

    1️⃣ 20% roerende voorheffing op dividenden in het tweede boekjaar na oprichting 

    2️⃣ 15% roerende voorheffing op dividenden in het derde boekjaar en later

    ⚠️ Volgens het regeerakkoord zal het tarief van 20% in het tweede boekjaar worden afgeschaft. Dit betekent dat je in dat jaar terugvalt op het standaardtarief van 30%, waarna je in het derde boekjaar wél nog 15% roerende voorheffing kan genieten.

    Voorwaarden om van VVPR-bis te genieten

    • Je vennootschap is een kleine vennootschap volgens het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV)

    • Opgericht vanaf 1 juli 2013

    • Opgericht met een inbreng in geld (geen inbreng in natura)

    • Geen kapitaalvermindering of inkoop van eigen aandelen

    • Correcte wachttijd voor dividenduitkering

  • Roerende voorheffing is een belasting die vooraf wordt ingehouden op inkomsten uit roerende goederen en kapitalen, zoals intresten en dividenden. De standaard roerende voorheffing in België is 30%.

    Op welke inkomsten wordt roerende voorheffing geheven?

    • Dividenden (bv. winstuitkering van aandelen)

    • Intresten (bv. spaarrentes boven de vrijgestelde drempel)

    • Opbrengsten van obligaties of beleggingsfondsen

Vorige
Vorige

Auto kopen of leasen met je managementvennootschap?

Volgende
Volgende

De voor- en nadelen van een managementvennootschap (vs. loondienst)