Moet ik drie jaar wachten om VVPRbis uit te keren? Of kan het ook eerder?

Moet ik écht drie jaar wachten om mijn dividend voordelig uit te keren?

Hoera, winst met je managementvennootschap! Tijd om dividenden uit te keren? Hold your horses, want als je drie jaar wacht, betaal je dankzij VVPRbis slechts 15% i.p.v. 30% belastingen (roerende voorheffing). Maar wat als je geen drie jaar kan of wil wachten? Een vraag die we hier wel vaker horen, en terecht. Want die VVPRbis-regeling mag dan wel interessant zijn, drie jaar wachten is niet voor iedereen weggelegd. Mocht je die centen dus eerder nodig hebben, dan zijn er gelukkig andere slimme opties. Zonder dat voordeel hélemaal kwijt te spelen. In deze blog tonen we je zes opties (en onze persoonlijke favoriet) zodat je zélf kan beslissen.

En natuurlijk krijg je er van ons ook een handige Excel bij, waarmee je meteen ziet wat je netto overhoudt per scenario.


TL;DR:

VVPRbis in mensentaal? Een gunstregeling waarbij je als vennootschap slechts 15% i.p.v. 30% belastingen (roerende voorheffing) betaalt op dividenden. Tenminste, als je aan bepaalde voorwaarden voldoet én je drie boekjaren wacht. 

Moet je nu écht drie jaar wachten? Nee, dat hoeft niet. Maar als je dat lagere tarief wil, zegt de wet: wachten tot na het derde boekjaar. Gelukkig zijn er ook andere manieren om eerder aan je centen te geraken. In deze blog tonen we je 6 opties.

De slimste optie? Combineer een verkort boekjaar met een tussentijds dividend na het derde boekjaar. Zo keer je al uit aan 15% na amper 30 maanden. Da’s win-win, zonder je voordeel te verliezen.

Wat is dat eigenlijk, die VVPRbis?

Nope, ’t heeft niks te maken met bisnummers (laat die we want more maar achterwege), maar alles met een slimme manier om je winst uit te keren. En laat dat nu nét zijn waar jij als ondernemer wél meer van wil. Dan toch misschien een kleine we want more met z’n allen? 🙌

Alle gekheid op een stokje: als je aan bepaalde voorwaarden voldoet (don’t worry, die leggen we zo meteen uit), dan betaal je geen 30%, maar slechts 15% roerende voorheffing op je dividend. En da’s toch een serieus verschil als je ’t ons vraagt. 

De enige catch? Je moet er 3 jaar op wachten. Niet altijd ideaal, want soms wil je die winst gewoon sneller op je bankrekening zien belanden. Of dat écht niet anders kan? Tuurlijk wel. En da’s exact wat je in deze blogpost gaat ontdekken. Klaar om erin te duiken?

Dit zijn de voorwaarden

Het zou de max zijn mocht élke ondernemer plots maar 15% roerende voorheffing moeten betalen, maar zo vrijgevig is Vadertje Staat helaas niet. Al een chance dat jij met je managementvennootschap meestal wél in aanmerking komt voor dat gunsttarief.

Als je tenminste aan volgende voorwaarden voldoet.

  • Je aandelen zijn volledig volstort. Of beter gezegd: je hebt écht betaald voor je aandelen en niet gewoon beloofd om het later te doen.

  • Je hebt de aandelen onafgebroken in volle eigendom. Behalve als je ze schenkt aan je partner of kind, da’s wél toegestaan.

  • Je aandelen geven geen bijzondere rechten zoals meer winst of een groter stuk van het kapitaal dan de andere aandeelhouders. ’t Moet dus wel eerlijk verdeeld blijven.

  • Je vennootschap is opgericht na 1 juli 2013, of heeft sindsdien een kapitaalverhoging gedaan via een inbreng in geld (enkel de nieuwe aandelen komen dan in aanmerking).

Lap, ik voldoe niet aan de voorwaarden

Geen paniek, want ook dan is het VVPRbis-voordeel niet helemaal van de tafel. Het verlaagde tarief geldt namelijk ook voor nieuwe aandelen die worden uitgegeven bij een kapitaalsverhoging

Concreet: jij brengt vers kapitaal in je vennootschap, en in ruil krijg je aandelen die wél in aanmerking komen voor VVPRbis. Om te vermijden dat je gewoon bestaand geld in een nieuw jasje inbrengt, heeft de wetgever duidelijke spelregels voorzien. Zorg er dus voor dat het écht om nieuw geld gaat, en niet om een creatieve herschikking (tja, de speeltijd is echt wel voorbij). 

Nog even op een rijtje

Het standaardtarief op dividenden is 30% roerende voorheffing. Voldoe je aan de voorwaarden van VVPRbis? Dan daalt het tarief tot 15% vanaf het derde boekjaar na oprichting of inbreng. Er was ook een gunstig tarief van 20% na het tweede boekjaar, maar dat verdwijnt volgens het federaal regeerakkoord 2025–2029..

Wat dat in de praktijk betekent? Let’s talk some numbers:

Een voorbeeld

Stel, je vennootschap (die is opgericht in 2025) draait een omzet van €120.000:

  • Je keert jezelf een brutoloon uit van €3.600 per maand (netto: €2.149/maand)

  • Je hebt jaarlijks €25.000 andere kosten (zoals je auto, verzekeringen, …)


Na alle kosten én
vennootschapsbelasting blijft er nog een winst over van €40.690. Die kan je, als je wacht tot het derde boekjaar na oprichting (da’s dus 2028) , uitkeren als dividend aan 15%. Je netto-dividend onder VVPRbis is dan €34.587. In de praktijk gebeurt dat wanneer je in 2029 je cijfers van 2028 goedkeurt op de algemene vergadering. Tot die tijd moet je dus even wachten, of één van volgende slimme opties gebruiken.

6 opties om jouw geld vroeger uit te keren

Oké, je weet nu wat VVPRbis betekent. Maar wil dat dan écht zeggen dat je 3 jaar moet wachten om van dat verlaagd tarief te genieten? Ja, maar niet dat je ondertussen met lege handen hoeft te staan. Soms moet je nu eenmaal sneller aan je centen kunnen. 

Het goeie nieuws? Er zijn gelukkig wél manieren om vroeger geld uit je vennootschap te halen, 6 zelfs! Misschien niet allemaal even voordelig als VVPRbis, maar ze geven je wél wat ademruimte. En geef toe, da’s soms ook al veel als ondernemer. 😅

Optie 1: je betaalt 30% roerende voorheffing

Misschien wel de meest voor de hand liggende oplossing: je hoeft niet per se 3 jaar te wachten. Als je ’t geld echt nodig hebt, dan kan je perfect al na dat eerste boekjaar dividenden uitkeren. Het nadeel? Je betaalt er dan wel 30% roerende voorheffing op. Geen VVPRbis-korting dus, maar je komt wel sneller aan je centen.

 

Een voorbeeld

In het voorbeeld hierboven hou je €40.690 winst over. 

Wacht je tot het derde boekjaar en voldoe je aan de VVPRbis-voorwaarden? Dan keer je uit aan 15% roerende voorheffing, en blijft er netto €34.587 over. 

Keer je meteen uit aan het standaardtarief van 30%? Dan hou je netto nog maar €28.483 over. Da’s een verschil van meer dan €6.000. Toch even over nadenken dus.

 

💡 Extra tip van die van de boekhouding

Voor een dividend van zo’n €800 kan het tóch de moeite zijn om meteen uit te keren. Waarom? Omdat je persoonlijk een vrijstelling van €240 roerende voorheffing hebt die je terugkrijgt via de aangifte personenbelasting. 

Stel: je keert jezelf een dividend uit van €800. Je betaalt daar 30% roerende voorheffing op = €240.

Maar... als je nog géén andere dividenden hebt ontvangen (bijvoorbeeld uit een persoonlijke beleggingsportefeuille), dan kan je die volledige €240 gewoon terugvorderen via je belastingaangifte. Resultaat: je houdt netto gewoon die volledige €800 over.

  • Belangrijk om te weten
    Je mag maar 1 keer gebruikmaken van die vrijstelling per persoon, per jaar.

  • Heb je dus al dividenden ontvangen via je persoonlijke beleggingen, en vorder je daar al roerende voorheffing op terug? Dan is je vrijstelling al gebruikt, en betaal je op het dividend uit je vennootschap gewoon 30%.

Optie 2: tussentijds dividend aan het gunsttarief van 15%

Volgens de wet mag je na inbreng van je derde boekjaar dividenden uitkeren aan het verlaagde tarief van 15% roerende voorheffing. Klinkt goed, toch? Alleen moet je daarvoor wél wachten tot de Algemene Vergadering (AV) dat officieel goedkeurt. En laat die nu meestal pas in kwartaal 2 samenkomen . Het gevolg? Nog een paar maanden langer op je centen wachten…

Hoe je dat versnelt? Met een bijzondere AV die kan beslissen om een tussentijds dividend uit te keren uit de beschikbare reserves en overgedragen winst van de vorige boekjaren.

Concreet: Je brengt je startkapitaal in in 2025 en je sluit je derde boekjaar af op 31 december 2027. Volgens de regels zou je dan moeten wachten tot de gewone algemene vergadering van 2029 om een dividend uit te keren aan het verlaagde VVPRbis-tarief van 15%. In plaats van te wachten tot dan, kan je al in januari 2028 een bijzondere algemene vergadering organiseren en een tussentijds dividend uitkeren aan datzelfde gunsttarief van 15%. 

Zo kan je wanneer je het goed speelt makkelijk 1,5 jaar winnen, en we weten allemaal dat er in een jaar en half véél kan gebeuren.

Let wel op: wil je de winst van 2027 (volledig of deels) mee uitkeren? Dan moeten die cijfers wél al goedgekeurd zijn. Je vennootschap moet ook aan alle voorwaarden van VVPRbis blijven voldoen tot op het moment van uitkering.

Optie 3: je boekjaar verkorten

Als we de voorwaarden letterlijk nemen, dan staat er dat je drie boekjaren moet wachten. Maar hoelang zo’n boekjaar duurt? Da’s nergens vermeld. Je kan je eerste boekjaar dus perfect inkorten, bijvoorbeeld tot 6 of 9 maanden. Zo kom je sneller aan je drie boekjaren en dus ook aan het 15%-tarief (hallo winst!).

Slim bekeken? Ja, maar let op, want er zijn wat kanttekeningen. Die hebben we hier dan ook in een mooi blauw kadertje geplaatst.

Kortom, hoewel een verkort boekjaar in sommige situaties fiscaal voordelig lijkt, moet je wel rekening houden met de blijvende vaste kosten en de impact op eventuele vrijstellingen. Al moet je daar volgens ons niet te hard van wakker liggen. Die kosten heb je toch, ze komen alleen iets vroeger.

  • De fiscus kijkt altijd mee. Je hebt dus een goeie reden nodig om je boekjaar te verkorten. Eentje die verder gaat dan “Ik wil minder belastingen betalen.” Anders loop je het gevaar dat de fiscus je verkorte boekjaar aanvecht op basis van de antimisbruikbepaling.

    Een voorbeeldje: jij levert seizoensgebonden diensten aan een bedrijf dat met kerst z’n piekperiode kent (ho ho ho 🎅). Dan wil jij jouw boekjaar niet afsluiten op 31 december, maar op een rustiger moment. En da’s perfect verdedigbaar.

  • Je vaste kosten blijven hetzelfde, ongeacht de duur van je boekjaar.. Denk aan je boekhouding, neerlegging van de jaarrekening, vennootschapsbijdrage en ga zo maar door. Hou die dus zeker in het achterhoofd, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.

  • Je vrijstelling van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage als starter loopt vroeger af. Nieuwe vennootschappen genieten de eerste drie jaar van een vrijstelling van €399,73. (Jaarlijkse vennootschapsbijdrage wordt volgens het regeerakkoord 2025, aangepast i.f.v. balanstotaal) Als je boekjaar sneller eindigt, eindigt ook die vrijstellingsperiode vroeger. Gevolg: je moet sneller die vennootschapsbijdrage betalen.

Optie 4: geld lenen van je vennootschap

Heb je sneller geld nodig, maar wil je dat gunsttarief van 15% niet mislopen? Dan kan je dat bedrag ook als voorschot uit je vennootschap nemen. Je leent dus met andere woorden geld van je vennootschap, in afwachting van een dividenduitkering. 

Er gelden alleen twee belangrijke spelregels:

  • Je moet rente betalen aan je vennootschap. En die rente moet ‘marktconform’ zijn, vergelijkbaar met wat een bank zou vragen. Betaal je te weinig of niks? Dan ziet de fiscus dat als extraatje, en rekent die een voordeel alle aard aan. Extra belastingen dus voor jou privé. 

  • Die rente wordt belast, maar je krijgt een stuk terug. In 2024 lag het wettelijk minimumtarief voor dit soort leningen op 6,25%. Het goeie nieuws? Die rente gaat naar je vennootschap. En je vennootschap kan die winst later weer aan jou uitkeren (full circle, of hoe noemen ze dat?).

 

Een voorbeeld

Je betaalt privé 6,25% rente aan je vennootschap. Daarop betaal je vervolgens 25% vennootschapsbelasting. Wat daarna overblijft, keer je later uit als dividend (aan 15% roerende voorheffing). Netto krijg je dus zo’n 3,98% van die rente terug in eigen handen. De rente lijkt dus veel, maar uiteindelijk blijft die grotendeels van jou. Goed geregeld dus!

Optie 5: geld lenen bij de bank 

Je kan natuurlijk ook gewoon bij de bank aankloppen. Da’s interessant als je bijvoorbeeld al vroeger privé wil investeren in vastgoed, maar nog in die VVPRbis-wachttijd zit. We leggen het uit met een voorbeeld, dan is ’t meteen duidelijk:

 

Stel: je wil een opbrengsteigendom kopen en dat financieren met dividenden uit je vennootschap. Alleen, dat geld zit voorlopig nog drie jaar vast als je ze aan 15% roerende voorheffing wil uitkeren. Enter: een bulletlening bij de bank. Dan betaal je tijdens de looptijd alleen de interesten, en los je het volledige kapitaal pas op het einde in één keer af. Die intresten kan je meestal betalen met de huurinkomsten van je investeringspand. Win-win!

Optie 6: kapitaalvermindering

We vermelden het voor de volledigheid (je kent ons ondertussen al, hé). Maar eerlijk? 

Voor managementvennootschappen is een kapitaalvermindering niet de slimste manier om geld uit je vennootschap te halen. Waarom niet? Omdat je die meestal opricht met weinig kapitaal (er is dus niet veel over om te verminderen) én de fiscus intussen ook wel doorheeft dat dit een populaire piste was.

Maar goed, toch even de korte uitleg (beloofd):

Bij een kapitaalvermindering geldt de pro rata-regeling, waarbij het bedrag dat je terugkrijgt opgesplitst wordt in: 

  • Je oorspronkelijk gestorte kapitaal -> belastingvrij

  • De reserves en winsten van je vennootschap -> belast, net als een gewoon dividend

Simpel gezegd: een deel van je kapitaalvermindering wordt door de fiscus behandeld alsof het een dividend is. En dus betaal je alsnog roerende voorheffing. Lap, daar gaat je voordeel. Dan had je evengoed voor die VVPRbis kunnen gaan.

Conclusie

Sneller aan je geld en dus liever geen drie jaar zitten wachten? Snappen we! Want ja, die VVPRbis mag dan wel zeggen dat je beter geduld hebt, dat betekent niet dat er geen andere slimme routes zijn. 

Wat jij dus écht van ons wil weten (geef maar toe), is: wat is nu de slimste manier? Awel, we zijn in onze rekenmachine gekropen (boekhouders, right?) en dit kwam eruit:

👉 De allerslimste combinatie? Een verkort eerste boekjaar (van 6 maanden bijvoorbeeld) + een tussentijdse uitkering in boekjaar 3. Da’s uitkeren aan 15% na ‘amper’ 30 maanden. Hoeraaa! (enter instant vreugdedansje hier op den bureau van die van de boekhouding).  

Wil je samen met ons dat danske placeren of ben je toch nog aan ’t twijfelen? Don’t worry. Met onze handige Excel-tool bereken je dat in 1-2-3 zelf. Zo weet je meteen waar je aan toe bent.

Want eerlijk? Een kat zou voor minder haar jongen kwijtraken in dat fiscale kluwen van ons Belgenlandje. (Ja, een kat. ‘t Is dat onze marketeer hier stiekem een crazy cat lady is en dat dat veel toffer is om als voorbeeld te gebruiken, niewaar? 🐈).

Woordenschatlijst voor niet-boekhouders

Als ze bij die van de boekhouding enthousiast beginnen over antimisbruikbepaling en liquidatiebonus terwijl jij eigenlijk gewoon wil weten of je vroeger geld uit jouw vennootschap kan halen, dan is deze woordenlijst voor jou. 😉

  • Dat is het officiële moment waarop de aandeelhouders jaarlijks samenkomen om belangrijke beslissingen te nemen over de vennootschap. Denk aan goedkeuring van de jaarrekening, dividenduitkering en benoemingen. Bij vennootschappen met afsluitdatum 31/12 gebeurt dit, meestal in kwartaal 2. Dit om de boekhouder wat tijd te geven om de cijfers af te werken voor de jaarvergadering plaatsvindt.

  • Da’s gewoon een extra vergadering met de aandeelhouders, buiten de jaarlijkse algemene vergadering om. Bijvoorbeeld als je snel een beslissing wilt nemen over een dividenduitkering of iets anders belangrijks, en niet wil wachten tot de gewone algemene vergadering.

  • Een clausule in de fiscale wetgeving die zegt: als jij een constructie opzet met als enige doel om minder belastingen te betalen, dan kan de fiscus tussenkomen en je keuze naast zich neerleggen. Ze beschouwen de handeling dan als “fiscaal misbruik” en passen de belastingregels toe alsof je het niet had gedaan. Je hebt dus altijd een goede, inhoudelijke reden nodig voor bv. een verkort boekjaar — en “minder belastingen betalen” telt niet.

  • Een periode van gemiddeld twaalf maanden waarin je vennootschap haar financiële resultaten bijhoudt. Meestal van 1 januari tot 31 december, maar je mag daar van afwijken (bijvoorbeeld bij een verkort boekjaar).

  • Stel: je richt je vennootschap op in juli. Dan hoef je je eerste boekjaar niet te laten lopen tot de volgende maand juli. Je kan gewoon zeggen: “We sluiten af op 31 december.”

  • Een dividend is een manier om winst uit je vennootschap te halen zonder het als loon te bestempelen. Klinkt als een leuke bonus, toch? Tot je ontdekt dat je er meteen 30% roerende voorheffing op betaalt. Of 15%, als je wat geduld hebt (VVPRbis). Maar hey, als je weet dat je personenbelasting tot 50% kan oplopen, is dat zo slecht nog niet! 


    💡 Wat is het verschil tussen loon en dividend? 


    • Loon is de vergoeding die je krijgt voor het werk dat je levert aan je vennootschap.

    • Dividend is een winstuitkering die je ontvangt als eigenaar (aandeelhouder) van je managementvennootschap.

  • Een vennootschap die aan minstens twee van deze drie voorwaarden voldoet:

    • minder dan 50 werknemers

    • jaaromzet onder €11,25 miljoen

    • balanstotaal onder €6 miljoen

    Kleine vennootschappen komen meestal wél in aanmerking voor VVPRbis.

  • Een bulletlening is een lening waarbij je tijdens de looptijd niets aflost, behalve de interest.
    Je betaalt dus alleen rente, en de volledige hoofdsom in één keer op het einde.

    Ideaal als je nu liever cashvrij blijft en pas later wil terugbetalen — bijvoorbeeld omdat je een bonus verwacht, of je jouw leningen met jouw dividenden zal kunnen afbetalen.


  • Als je je vennootschap stopzet (liquideert) en er is nog geld over, dan mag je dat uitkeren aan jezelf. Die uitkering heet de liquidatiebonus. Let op: VVPRbis geldt hier niét. Je betaalt dus gewoon 30% roerende voorheffing op het resterende bedrag.

  • Roerende voorheffing is een belasting die vooraf wordt ingehouden op inkomsten uit roerende goederen en kapitalen, zoals intresten en dividenden. De standaard roerende voorheffing in België is 30%.


    Op welke inkomsten wordt roerende voorheffing geheven?


    • Dividenden (bv. winstuitkering van aandelen)

    • Intresten (bv. spaarrentes boven de vrijgestelde drempel)

    • Opbrengsten van obligaties of beleggingsfondsen

  • De belasting die je vennootschap betaalt op haar winst. In België is dat meestal 25%, al kunnen kleine vennootschappen voor een deel genieten van een verlaagd tarief

  • Een jaarlijkse bijdrage die je moet betalen als vennootschap, puur om het feit dat je… bestaat. Maar bon, die centen gaan wel naar de pensioenen en uitkeringen van zelfstandigen.

    Voor starters (in een personenvennootschap) kan er een vrijstelling zijn in de eerste 3 jaren. Anders betaal je de eerste twee jaren zo’n €399,73 (bedrag 2025) per jaar.

    Daarna hangt de bijdrage af van hoe je balanstotaal van je voorlaatste afgesloten boekjaar eruitziet.

  • VVPR-bis is een gunstregeling in België waarmee kleine vennootschappen onder bepaalde voorwaarden dividenden kunnen uitkeren aan een verlaagd tarief roerende voorheffing.


    Wat betekent VVPR-bis? De naam komt van: "Verlaagde Voorheffing, Précompte Réduit" (VVPR) = Verminderde roerende voorheffing en "Bis" = Tweede versie van een eerdere regeling


    Kort gezegd: vennootschappen die aan de voorwaarden voldoen, kunnen dividenden uitkeren aan een lagere roerende voorheffing dan het standaardtarief van 30%. Namelijk:


    • 20% roerende voorheffing op dividenden in het tweede boekjaar na oprichting 

    • 15% roerende voorheffing op dividenden in het derde boekjaar en later


    ⚠️ Volgens het regeerakkoord zal het tarief van 20% in het tweede boekjaar worden afgeschaft. Dit betekent dat je in dat jaar terugvalt op het standaardtarief van 30%, waarna je in het derde boekjaar wél nog 15% roerende voorheffing kan genieten.


    Voorwaarden om van VVPR-bis te genieten


    • Je vennootschap is een kleine vennootschap volgens het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV)

    • Opgericht vanaf 1 juli 2013

    • Opgericht met een inbreng in geld (geen inbreng in natura)

    • Geen kapitaalvermindering of inkoop van eigen aandelen

    • Correcte wachttijd voor dividenduitkering

    • Volledig volstort (op moment van dividenduitkering)

    • Ononderbroken in volle eigendom (behoudens een paar uitzonderingen in specifieke gevallen bij schenking en vererving)

Vorige
Vorige

Je partner aandeelhouder maken? Dit moet je weten.

Volgende
Volgende

Auto kopen of leasen met je managementvennootschap?